Karafferen en decanteren

Karafferen en decanteren: wat is dat nu precies? 

Mogelijks heb je al eens een karaf met wijn op tafel zien staan. Dit is niet enkel om de wijn op een meer stijlvolle manier te presenteren, maar heeft ook een belangrijke functie. Wat velen ook niet weten is dat er een groot verschil bestaat tussen karafferen en decanteren. Dit zijn 2 verschillende termen voor het overschenken van een fles wijn in een karaf, maar met een essentieel verschil. 

Karafferen 

Het doel van karafferen is de wijn zo veel mogelijk in contact te brengen met zuurstof.  Dit wil zeggen dat je de fles met “fors” in de karaf mag schenken, en dan liefst nog in een eerder grote “buikvormige” karaf.  Door in contact te komen met zuurstof zullen de aroma’s van de wijn zich meer prijsgeven. Karafferen doen we met jonge wijnen die nog vrij gesloten zijn, waar de aroma’s zich nog niet prijsgeven. Karafferen gebeurt meestal bij rode wijnen, maar sommige complexe witte wijnen (bijvoorbeeld betere Bourgognes of kwalilteitsvolle Rieslings) hebben er ook baat bij. 

Decanteren

Decanteren doe je met oudere, gerijpte wijnen en vintage ports waar in de loop der tijd depot (bezinksel/droesem) in de fles is opgebouwd. De wijn wordt overgeschonken in een karaf, met als doel de wijn te scheiden van het depot. Zet voor het decanteren de fles een aantal uren of zelfs enkele dagen rechtop zodat het bezinksel  naar beneden kan zakken. Na het voorzichtig openen van de fles wordt de wijn zeer langzaam en zachtjes in de karaf geschonken. Verschillend bij de jonge wijn, kiezen we hier voor een eerder smalle en niet te grote karaf. Als tijdens het overschenken het bezinksel in de buurt van de hals van de fles komt moet men onmiddellijk stoppen met schenken. Er mag dus geen bezinksel in de karaf belanden. Tip: het is handig te werken met een lichtbron (lamp, kaars) achter de fles zodat je het bezinksel goed in de gaten kunt houden.

Het hoofddoel van decanteren is dus het scheiden van wijn en het bezinksel.  Maar ook hier komt de wijn in contact met zuurstof wat voor oudere wijnen net problemen kan opleveren. De delicate tertiaire aroma’s (aroma’s die ontstaan door het verouderen van de wijn) kunnen door het contact met zuurstof deels verloren gaan. De laatste fruitaroma’s kunnen vervliegen, de tannines kunnen teveel afnemen zodat alcohol de smaak kan gaan overheersen.  Als dit gebeurt is de wijn uit balans, wordt hij minder complex en verliest hij veel van z’n smaak.  Daarom is het zeer belangrijk dat je een smalle en eerder kleine karaf neemt en zeer voorzichtig de wijn overhevelt.